Omdat wij tegengesteld zijn aan deze kenmerken, heeft de
zwaartekracht vol vat op ons en moeten wij wel ons best doen om een serieuze
heuvel te beklimmen. Van souplesse kan dus niet gesproken worden, eerder van
kracht en doorzettingsvermogen.
Hoewel wij dus geen rasechte klimmers zijn, klimmen we wel
wat af. We proberen geregeld toertochten uit te zoeken juist om zoveel mogelijk
hoogtemeters te maken.
Het betere bergop rijden hoort immers bij het wielrennen.
Daarbij kan er na een stevige klim lekker afgedaald worden (de favoriete bezigheid
van een van beide personen).
De hoofdreden waarom we voornamelijk heuvellandschap
opzoeken, is omdat we van een uitdaging houden. De pijn die een steile
beklimming kan doen is soms enorm. De fysieke pijn, door benen die verzuren en
longen die in brand lijken te staan. De realisatie dat de top nog niet bereikt
is maakt de pijniging compleet. Afstappen is immers geen optie, er moet doorgeklommen
worden, pedaaltrap voor pedaaltrap. Het is soms puur lijden. Fysieke en mentale
pijn lijken geregeld vloeiend in elkaar over te lopen.
Eenmaal boven op de top is alles echter anders en gaat de
pijn over in genot. Soms zelfs trots. Dit alles maakt een beklimming tot iets
speciaals. Zelfs, of misschien wel juist voor een niet-klimmer.
Tijdens onze avonturen in Nederland en België hebben we al behoorlijk
wat klimmetjes bedwongen. Een aantal zijn in onze herinnering gebleven,
bijvoorbeeld door de extreme fysieke inspanning die geleverd moest worden om
boven te komen en/of door de mooie ligging.
Het leek ons een leuk idee om enkele van deze gedenkwaardige
beklimmingen onder de loep te nemen. Iedere beklimming wordt kort beschreven
doormiddel van de belangrijkste info en vervolgens beoordeelt op basis van ons
binnenkort fameuze Pete-Steve’s Klimindexeringssysteem.
Onderstaande heuvels zijn slechts de eerste aanzet voor een
rubriek die steeds verder zal groeien. Er zullen immers nog tal van nieuwe
heuvels in Nederland en België beklommen gaan worden. En met plannen om ook in
Duitsland en Italië een aantal bergen onveilig te gaan maken, hoeft er geen
gebrek aan stof voor deze rubriek te zijn.
Hoe werkt de beoordeling van de beklimmingen?
De algemene score wordt bepaald door twee hoofdfactoren, te
weten de smerigheid en de schoonheid. Hieronder volgt een korte toelichting op
de twee hoofdfactoren en de algemene beoordeling.
Smerigheid van de
klim
Hier wordt eerst gekeken naar de kille cijfermatige
statistieken van een berg. Dus hoe steil is deze, wat is de totale lengte van
de beklimming en wat is het te bedwingen hoogteverschil. Deze zaken bepalen in belangrijke
mate of een berg als zwaar kan worden aangemerkt en dus hoog scoort op de
schaal van smerigheid.
Toch zijn we er dan niet helemaal. Sommige beklimmingen
voelen zwaarder aan dan ze misschien op basis van de simpele statistieken
zouden moeten zijn. Beklimmingen die bijvoorbeeld niet gelijkmatig omhooggaan
zijn gevoelsmatig zwaarder dan een beklimming die eenzelfde gemiddelde
stijgingpercentage heeft maar die heel gelijkmatig omhooggaat. Ook een slecht
wegdek kan zijn invloed hebben op de zwaarte van de klim.
De beoordeling loopt van 1 bordje tot een maximale score van
5 bordjes.
Schoonheid van de klim
Schoonheid is een belangrijke factor. Tijdens het fietsen
wil het oog ook wat. Omdat klimmen vaak niet leuk is kan deze factor het leed
iets verzachten.
De ligging van de berg is erg belangrijk. Praten we over een
vuilnisbelt waar een asfaltweg tegenaan geknald is, of hebben we het over een
schitterende beklimming over een mooi kronkelweggetje waar de natuur je
tegemoet komt.
Algemene beoordeling
De algemene beoordeling wordt opgebouwd uit de eerdere smerigheid
en schoonheid beoordelingen. Het eindoordeel hoeft echter niet altijd gelijk te
zijn aan een gemiddelde van deze twee. Er kan reden zijn om een beklimming net
even een hogere of juist een lagere score te geven. Indien dit het geval is
wordt dit vermeld in de eindbeoordeling.
1 wielrenner voor een
beklimming die in deze rubriek eigenlijk niet vermeld had moeten worden,
treurig.